Hoofdvraag: Hoe onderscheidt de renaissance zich van de andere periodes?

Het humanisme aan het einde van de Middeleeuwen, zorgde voor de interesse naar oude teksten naar de originele bronnen. In Italië waar de basis voor het humanisme werd gelegd waren deze oude teksten erg belangrijk. De klassieke kunstenaars werden op een voetstuk geplaats en als voorbeeld gezien. Daardoor kwam de renaissance.

Renaissance kan je zien als een kunst stroming als gevolg van het humanisme. Deze ‘kunststroming’ begon in Italië in de 14e eeuw en verspreidde zich langzaam over West-Europa.

Deze periode werd door de humanisten zwaar onderschat, zowel op cultureel als intellectueel gebied. Tegenwoordig ziet men de Renaissance niet als een breuk met het Byzantijnse en Middeleeuwse verleden, maar eerder als het hoogtepunt daarvan.

Nederland was pas erg laat, want ik 1560 waren daar pas de eerste kenmerken van de literatuur te zien.

Op basis van de geschriften van de oude klassieken werden er bepaalde conventies geherintroduceerd. Dus daar worden regels en eisen mee bedoelt waar kunst aan moest voldoen. Schilderijen moesten zo realistisch mogelijk worden afgebeeld. Kunstenaars moesten dus verstand hebben van anatomie.

In de literatuur grijpt men naar de voorschriften van de bekende romein Horatius en de filosoof Aristoteles. Die hadden gezegd dat een toneelstuk bepaalde eisen moest hebben zoals dat het uit vijf bedrijven moest bestaan, dat je midden in het verhaal moet beginnen en dat er een beslissende wending moest zijn.

Schrijvers in de Renaissance vonden schrijven een hobby en kwamen eigenlijk allemaal wel uit de middenklasse van die tijd. Ze werden opgeleid op scholen (Latijnse scholen), daardoor kwamen ze al vroeg in aanraking met teksten uit de Klassieke Oudheid (Grieken en Romeinen). Ze lazen niet alleen de teksten, want het imiteren van teksten werd gezien als de basis van kunst.

  • Translatio (vertalen)
  • Imitatio (nadoen)
  • Aemulatio (overtreffen)

Nog een kenmerk aan de renaissance was dat de mythologie en de goden een inspiratie waren voor de kunst in de renaissance. Bijvoorbeeld toneelstukken die klassieke verhalen bevatten en schilderijen waarop mythen of goden staan. Ook werden er namen in gedichten gebruikt. Dat was niet bepaald omdat het daarover ging, maar zo kon de schrijver goed laten zien dat hij verstand had van de klassieke literatuur.

In Italië ontstonden er nieuwe genres en vormen die ook in de Nederlandse literatuur populair zijn geworden. In Nederland verscheen er einde 16e eeuw emblematiek. Dit was een actieve vorm van literatuur, want je kan dit als een soort raadsel zien. De taak van de lezer was om op basis van die drie onderdelen de boodschap van het embleem te ontdekken.

 

Embleemboeken verschenen er in het Latijns, Nederlands en in het Frans. Die werden geschreven door bekende schrijvers zoals Jacob Cats. In zijn boeken staan zinnen over de liefde.

P.C Hooft begon met een ander nieuw genre: het sonnet. Dat is een dichtvorm die door Francesco Petrarca in de 13e eeuw. De sonnet is de renaissance dichtvorm en het heeft een vaste vorm. Petrarca gebruikte het sonnet voor liefdesgedichten voor zijn vrouw.

Prerarkisme is een nieuwe vorm: liefdesklacht, onvervulde liefde, mannelijke ikfiguur, stereotiepe beschrijving. De liefde wordt beschreven als een metafoor, bijvoorbeeld als een strijd, een ziekte of als een droom.

Een genre dat erg opkomst is in de vroegrenaissance is de tragedie. Tragedies zijn treurspelen waarin een hooggeplaatste persoon te maken krijgt met emotionele problemen als de liefde en wraakgevoelens.

Tegen het eind van de 16de eeuw gaat Italië over in de barok. Het woord is afgeleid van het Portugese ‘barucco’, een onregelmatig gevormde parel. De bouwwerken van de barok zijn zwaar en groots, het interieur is overweldigend door de talloze schilderingen, beeldhouwwerken en architectonische versieringen. De schilderijen zijn overladen met personen in beweging; het geheel is een warrelende massa vormen en kleuren.

Maak jouw eigen website met JouwWeb